Behandeling van een 'frozen shoulder'
Wat is een ‘frozen shoulder’
Een frozen shoulder, letterlijk ‘bevroren schouder’, is de Engelse term voor een verstijving van het gewricht tussen de schouderkop en kom. Het is een veel voorkomende aandoening die erg pijnlijk kan zijn. De oorzaak is niet altijd bekend, maar meestal geneest het spontaan na enkele maanden tot jaren. Een frozen shoulder ontstaat waarschijnlijk door een ontstekingsreactie in het schouderkapsel. De aandoening wordt ook adhesieve capsulitis genoemd, wat ‘verkleefd en ontstoken kapsel’ betekent. Het schouderkapsel is een dun vlies dat de gewrichtsholte afscheid van de rest van de weefsels rond een schouder en mee zorgt voor de stabiliteit van het schoudergewricht. Door die ontsteking verdikt en verschrompelt het kapsel en wordt het veel stugger.
Ontstekingsfasen
Een frozen shoulder verloopt typisch in drie fasen.
• Fase 1 (bevriezings- of ontstekingsfase)
In de eerste fase heeft men veel pijn in de bovenarm, die verergert bij bewegen van de arm en ook ’s nachts vaak erger wordt. Er kan uitstraling zijn naar de nek, de bovenarm of de hand en tintelingen in de hand. Na een tijdje lokt ook de kleinste beweging pijn uit. Uiteindelijk doet het zelfs pijn als u het gewricht helemaal niet gebruikt.
Geleidelijk is er een toenemende bewegingsbeperking van de schouder. Dit begint met een beperking van de rotaties (draaiingen) van de schouder, met name van de draaing naar buiten (exorotatie).
Deze fase duurt 2 tot 6 maanden.
• Fase 2 (bevroren of verstijvingsfase)
In de tweede fase vermindert de pijn maar de schouderverstijving blijft aanwezig. Het wordt onmogelijk de arm omhoog, achter het hoofd of achter de rug te brengen, ook niet met hulp. De schouder zit vast.
Deze fase duurt tussen 4 en 12 maanden.
• Fase 3 (herstelfase)
In de derde fase is de pijn meestal fors verminderd of verdwenen en treedt langzaam een verbetering van de beweeglijkheid op. Deze periode duurt tussen de 12 en 24 maanden, soms langer. Uiteindelijk zal de schouder terug een vrij goede beweeglijkheid bekomen die bijna normaal is.
Therapeutische opties
Een frozen shoulder gaat meestal vanzelf over, zij het met een geringe functiebeperking. Dat kan wel maanden tot jaren duren. Men kan dit proces wel versnellen of draaglijker maken.
• Pijnbehandeling
Pijnklachten kunnen dikwijls verholpen worden met pijnstillers (niet-steroïdale ontstekingsremmers) en/of inspuitingen met cortisone in de schouder. Men kan de pijn ook verlichten door het tijdelijk blokkeren van de pijnzenuw van de schouder.
• Ontstekingsremmende injecties met Cortisone
Ontstekingsremmende injecties met cortisone in het gewricht kunnen in de eerste fase (ontstekingsfase) nuttig zijn. Hoewel het na een injectie nog steeds lang duurt voor de beweeglijkheid van de schouder hersteld is, krijgt de patiënt minder pijn en verbetert de mobiliteit. Daardoor verloopt de herstelfase comfortabeler.
• Oefentherapie (kinesitherapie)
Over de zin van een oefentherapie lopen de meningen uiteen. Volgens sommige onderzoeken zou het de beweeglijkheid van het gewricht verbeteren en de pijn verminderen, volgens ander onderzoek zou de pijn net toenemen.
Alleszins wordt aangeraden om tijdens de eerste (ontstekings)fase zeer voorzichtig te zijn met oefeningen en pas in de tweede fase met oefenen te beginnen.
De oefentherapie gebeurt onder begeleiding van een ervaren kinesist. Daarbij worden specifieke oefeningen en rekoefeningen aangeleerd die men ook thuis moet uitvoeren.
• Uitrekken van het kapsel
De bewegingsbeperking en pijn kan verbeteren door het verschrompelde gewrichtskapsel op te blazen. Door de radioloog wordt met behulp van een echo-apparaat of RX, vloeistof in het schoudergewricht gespoten om het kapsel uit te rekken. Dit kan alleen in de laatste fase van een frozen shoulder.
• Manipulatie onder narcose – Chirurgie
In zeer hardnekkige gevallen kan de schouder onder verdoving worden doorbewogen en losgewrikt. Een orthopedist kan onder volledige narcose ook het kapsel doorsnijden.
Hydrodilatatie – distensie kapsel:
Voorbereiding
Indien u bloedverdunnende medicijnen gebruikt, moeten deze in overleg met uw behandelend arts tijdelijk gestopt worden. Hij/zij zal in overleg met u bepalen welke medicijnen tijdelijk gestopt moeten worden. Voor andere medicijnen gelden geen beperkingen.
Behandeling
De behandeling wordt uitgevoerd op de echografiezaal. In de zaal gaat u op de onderzoekstafel liggen en ontbloot u de te onderzoeken regio.
Met behulp van echografie wordt de juiste plaats voor de punctie bepaald. De radioloog desinfecteert uw huid en geeft hierin een verdovingsprik. De radioloog prikt met de naald tot in het gewricht. Vervolgens wordt een mix van cortisone, lokale verdoving en contrast ingespoten. Dit gebeurt zeer traag en binnen uw pijngrenzen tot de schouder slaapt. Vervolgens wordt het gewricht verder gevuld met de mix, waarbij het kaspel uitzet tot het scheurt. U zal een druk in het gewricht gewaarworden. Eenmaal het kapsel is gescheurd wordt de naald verwijderd en wordt er direct gekeken of de schouder reeds ruimere bewegingen aankan, die ervoor niet meer gingen.
Hoe lang duurt het?
In totaal duurt het onderzoek ongeveer 20 tot 30 minuten.
Risico’s en bijwerkingen
Na deze ingreep heeft u de eerste 4-6 uur geen pijn omdat het gewricht nog slaapt. Daarna komt de pijn terug. Vanaf 2 à 3 dagen na de inspuiting zal de pijn terug afnemen omdat de cortisone begint te werken. In deze eerste 2 tot 3 dagen na de behandeling mag u de schouder alleen binnen de pijngrenzen gebruiken.
Complicaties
- Tijdelijke roodheid in het gelaat en/of lokaal (bijwerking cortisone). Dit kan gepaard gaan met hoofdpijn.
- Pijn die niet genoeg afneemt na de behandeling.
- Infectie van de schouder na behandeling.
Na de behandeling
Na de behandeling mag u niet zelf auto rijden. Regel daarom iemand die u brengt en ophaalt. Indien u pijn heeft in de eerste 3 dagen na de behandeling mag u een pijnstiller gebruiken (niet van het type aspirine!). U kan ook ijs op de schouder leggen.
Indien er nog bewegingsbeperking is kan fysiotherapie tijdens de werkzame periode van de cortisone verbetering brengen in de mobiliteit.